In de wei

Een vogel zegt tegen een koe in de wei: 'In mei legt elke vogel een ei.' Antwoordt de koe: 'Wat saai, ik leg elke dag een vlaai.'

Spiegeltje spiegeltje...

Twee oenen zitten in een café en bestellen een cola. Achter de bar hangt een spiegel. Zegt de ene oen tegen de andere: ‘Zullen we bij die andere twee oenen gaan zitten?’ Ze staan op en lopen naar de andere kant van de bar. Zegt de andere oen: ‘Oh laat maar, ze komen al naar ons toe!’

Helikopter

Peter wil graag helikopter-piloot worden. Wanneer zijn eerste helikopterles begint vraagt zijn leraar: 'Wat zijn die dingen die boven ons draaien?' Peter denkt eens na en antwoordt: 'Dat is de ventilator.' 'Nee, dat heb je fout', antwoordt de leraar. Waarop Peter zegt: 'Nou ik wed dat als ik ze uitzet, u het heel warm zult krijgen!'

De weddenschap

Een Nederlander, een Belg en een Fransman zitten op een wolkenkrabber. De Fransman zegt: 'Ik durf te wedden om honderd euro dat als ik mijn horloge naar beneden gooi, dat ik hem dan beneden weer kan opvangen.' De Nederlander en de Belg gaan de weddenschap aan. Als eerste gaat de Fransman. Hij gooit zijn horloge maar beneden, rent de trap af en kan zijn horloge niet opvangen. Dan is de Belg aan de beurt. Ook hij gooit zijn horloge naar beneden, rent de trap af en en kan zijn horloge niet opvangen. Dan is de Nederlander aan de beurt. Hij gooit zijn horloge naar beneden, loopt rustig de trap af, gaat even koffie drinken bij zijn oma die een paar etages lager woont, gaat daarna naar beneden en vangt zijn horloge op. De Belg en de Fransman zijn stomverbaasd en vragen aan de Nederlander hoe hij dat heeft gedaan. 'Simpel,' antwoordt de Nederlander; 'ik had mijn horloge een uur teruggedraaid!'

Au!

Jantje gaat naar de dokter. Hij zegt: 'Als ik hier duw doet het pijn en als ik hier duw doet het ook pijn. En als ik hier duw doet het ook pijn!' De dokter zegt: 'Ik zie het al. Je vinger is gebroken!'

In het café

Een man drinkt in het café een cola als hij plotseling naar de wc moet. Omdat hij bang is dat er iemand uit zijn glas drinkt, legt hij er een briefje bij: 'Ik heb erin gespuugd!' Als hij terugkomt, staat er iets bij geschreven: 'Ik ook!'

Is je moeder thuis?

Een meisje zit op de stoep voor een huis. Er komt een man voorbij en hij vraagt aan het meisje: 'Is je moeder thuis?' Antwoordt het meisje: 'Ja, meneer.' De man belt aan, maar niemand doet open. De man zegt tegen het meisje: 'Je zei toch dat je moeder thuis was?' 'Ja, dat klopt meneer', antwoordt het meisje weer. 'Maar ik woon een straat verderop!'

Schimmel

‘Mama,’ vraagt Charleen op een dag, ‘wat is eigenlijk een schimmel?’ ‘Een schimmel is een wit paard, net als dat van Sinterklaas’, zegt haar moeder. Waarop Charleen antwoordt: ‘Waarom moet dat paard van Sinterklaas dan per se op mijn boterham zitten?’

Cijfers

Vraag 1: Wat krijg je als je niet goed oplet bij taal?
Antwoord: Straf, maar ook een nul.
Vraag 2: Wat doet een 1 in de vijver?
Antwoord: Die zwemt met de andere eentjes.
Vraag 3: Wat krijg je als je wel goed oplet bij taal?
Antwoord: Ook een 0, want de 1 van de 10 zit nog in de vijver.

Zwemmen

Een olifant en een muis gaan samen zwemmen. Zegt de olifant: 'Ik ben mijn zwembroek vergeten!' Zegt de muis: 'Geeft niet. Ik heb er twee mee, je mag er wel één van mij lenen.'

Telefoon!

Jantje wordt wakker van de telefoon. Hij neemt hem op en hoort een stem: ‘Oh sorry, het verkeerde nummer. Heb ik je wakker gemaakt?’ Jantje: ‘Ja, maar het geeft niet. Ik moest toch opstaan, de telefoon rinkelde!’

Politie

Piet en Ruzie spelen verstoppertje. Ruzie is 'm. Piet duikt achter een politiewagen. De politie zegt: ‘Jongeman, je mag hier niet zitten.’ Piet zegt: ‘Maar anders word ik gebuut!’ Zegt de politie: ‘Wil jij soms ruzie?’ Antwoordt Piet: ‘Nee, Ruzie zoekt mij!’

Oen

Een agent ziet een oen met zijn sleutel in een lantaarnpaal rommelen. Zegt de agent: ‘Er woont hier niemand dus u kunt beter naar huis gaan.’ Zegt de oen: ‘Maar er brandt boven toch licht?’

Gelukkige dief

Een dief staat voor de rechter. Die vraagt hem: ‘Ik zie hier dat u niet alleen geld, maar ook horloges en juwelen hebt gestolen, klopt dat?’ ‘Jazeker’, zegt de dief. ‘Mijn vader zei altijd: van geld alleen word je niet gelukkig!’

Tomaatpraat

Er zitten twee tomaten in een restaurant. Opeens prikt de ene tomaat de andere met zijn vork. ‘Au! Wat doe je nou?’ vraagt de ene tomaat een beetje boos. Antwoordt de andere tomaat: ‘Ik had ketchup nodig.’

Kwijt!

Jantje vraagt aan zijn vader: ‘Pap, mag ik twee euro?’ ‘Goed’, zegt zijn vader en hij geeft Jantje twee euro. Jantje gaat even naar buiten en komt met een zak snoep naar binnen. Hij zegt tegen zijn vader: ‘Ik ben de twee euro kwijtgeraakt. Mag ik nog twee euro?’ Zijn vader geeft Jantje opnieuw twee euro. Jantje gaat naar buiten en komt weer met een zak snoep naar binnen. Hij zegt weer: ‘Papa, mag ik twee euro, want ik ben het geld alweer kwijtgeraakt’. Vraagt zijn vader: ‘Hoe kun je nou vier euro kwijtraken op één dag?’ ‘Nou,’ zegt Jantje, ‘steeds als ik naar de winkel ga, raak ik mijn geld bij de kassa kwijt!’

Haar wassen

Een oen staat onder de douche en vraagt: 'Mam, waar staat de shampoo?' 'Op de bovenste plank in de groene tube', zegt zijn moeder. Dan zegt de oen: 'Die is voor droog haar en mijn haar is al nat.'

Computermuis

Jantje zit achter de computer op school. Dan komt zijn juffrouw langs en zegt: 'Waarom gebruik je de muis niet?' Antwoordt Jantje: 'Dan moet ik er eerst nog één vangen!'

Domme meester

Geert zit op school. De meester zegt: ‘Wie zichzelf dom vindt, gaat staan.’ Iedereen blijft zitten. Opeens gaat Geert staan. De meester vraagt: ‘Dus je vindt dat je dom bent, Geert?’ Waarop Geert antwoordt: ‘Nee meester. Ik vind mezelf helemaal niet dom. Maar ik vind het zielig dat u de enige bent die staat.’

Onweer

Het is een hete zomerdag geweest en net als mama haar kind in bed wil stoppen breekt een hevig onweer uit. De kleine jongen is doodsbang en met een trillende stem vraagt hij: 'Mama, wil je bij mij slapen vannacht?' Moeder geeft haar zoontje een flinke knuffel en zegt: 'Dat kan niet, ik moet bij papa slapen.' Het jongetje is even stil en zegt dan: 'Wat een grote bangerik is hij toch, hè?'

Schoen

Jan zegt tegen Piet: 'Volgens mij zit er iets in mijn schoen.' Piet antwoordt: 'Ja natuurlijk! Je voet zit er toch in!'

Gevaarlijke duik

Na een hete dag wil een toerist een frisse duik nemen in de rivier. ‘Zitten hier haaien?’ vraagt hij aan de gids. ‘Nee hoor', antwoordt de gids. De toerist springt in het water. ‘Weet u het zeker?’ vraagt hij voor alle zekerheid. ‘Ja ja! Er zitten hier alleen maar krokodillen.’

Boodschappen

Jantje gaat boodschappen voor zijn moeder doen en zijn zusje gaat mee. Zijn moeder zegt: 'Alleen meenemen wat op het lijstje staat.' Op de weg terug naar huis valt zijn zusje in de sloot, maar Jantje loopt door. Als Jantje terugkomt, vraagt zijn moeder: 'Waar is je zusje?' 'Oh, die viel in de sloot, maar ik mocht alleen meenemen wat op het lijstje stond!'

Verstand

Rob: ‘Papa, toen ik geboren werd, wie heeft mij toen verstand gegeven?’ Antwoordt zijn vader: ‘Vast en zeker je moeder, want ik heb mijn verstand nog!’

Bij de kapper

Een oen gaat naar de kapper met een koptelefoon op. De kapper zegt: ‘Wilt u de koptelefoon afzetten?’ ‘Nee’, antwoordt de oen. Even later rukt de kapper de koptelefoon van het hoofd van de oen. Even later valt de oen dood neer. De kapper zet de koptelefoon op en hoort: ‘Adem in, adem uit, adem in…’

Geboortetijd

Twee baby's liggen naast elkaar in het ziekenhuis. Zegt de ene baby tegen de andere: 'Hoe laat ben je geboren?’ Zegt de ander baby: ‘Om 12 uur ’s nachts.’ Zegt de ene baby: ‘Wauw, mocht je dan zo lang nog opblijven?’

Beroofd

Winkelbediende: 'De man die gisteren het warenhuis beroofde is er weer!' Politieagent: 'Rustig maar, wij komen eraan. Sluit alle uitgangen af!' Even later, als de agent arriveert, is de man weg. De agent zegt: 'Hoe kan dat nou?' Winkelbediende: 'Hij is ontsnapt via de ingang...'

In de gevangenis

Een gevangenisdirecteur roept al zijn gevangenen bij elkaar. 'Ik ben bestolen’, zegt hij boos. ‘Als ik erachter kom wie dat gedaan heeft, dan vliegt hij meteen eruit!' Hij kijkt om zich heen en ziet dat alle gevangenen hun vinger opsteken!

Spoken

Twee spoken komen elkaar tegen op straat. Zegt het ene spook tegen het andere: ‘Gaat het wel goed? Je ziet zo bleek!’

Weddenschap

Jolien en Naomi zitten naar een westernfilm te kijken. ‘Wedden dat die cowboy van zijn paard valt’, zegt Jolien. ‘Dat is goed’, zegt Naomi. ‘Ik wed om een fles cola dat hij niet van zijn paard valt.’ Na vijf minuten valt de cowboy inderdaad van zijn paard af. ‘Zie je nou wel, ik heb gewonnen’, zegt Jolien. ‘Maar je hoeft me geen fles cola te geven hoor. Ik heb niet helemaal eerlijk gespeeld, want ik heb deze film al eens gezien.’ Nou’, zegt Naomi. ‘Je krijgt die fles cola gewoon, hoor. Ik heb deze film ook al eens gezien. Maar ik dacht niet dat die cowboy zo dom was om voor de tweede keer van zijn paard te vallen!’

Tijd

Jantje: ‘Hoe laat is het?’ Juf: ‘Drie uur.’ Jantje: ‘Oh nee!’ Juf: ‘Wat is er?’ Jantje: ‘Ik vraag de hele dag aan iedereen hoe laat het is en ik krijg steeds een ander antwoord!’

Bekeuring

Een chauffeur wordt door een agent aangehouden voor te hard rijden. De agent haalt zijn bekeuringenboekje erbij en vraagt: ‘Wat is uw naam?’ De man zegt: ‘Svjatoslav Virbrzygowrilowitsj’. Dan vraagt de agent: ‘En hoe schrijft u dat?’ De man: ‘D-A-T.’

Schipbreuk

Een Fransman en een Brit zitten op een boot. Door een storm zinkt hun boot en ze komen terecht op een eiland. Dan komt het stamhoofd en hij zegt: ‘Als jullie elk honderd van dezelfde vruchten in het oerwoud vinden, geven we jullie een nieuwe boot.’ Ze gaan beiden het oerwoud in om te zoeken. Als eerste komt de Fransman terug met honderd besjes. Het stamhoofd zegt: ‘Nu moet je ze allemaal in je mond stoppen zonder te lachen. Dan is de opdracht gelukt.’ De Fransman doet het, maar bij het honderdste besje begint hij te lachen. ‘Waarom lach je?’ vraagt het stamhoofd. ‘Nou,’ zegt de Fransman, ‘ik zie daar de Brit aankomen met honderd ananassen!’

Bananenschil

Jantje en zijn oma lopen op straat. Dan ziet Jantje vijf euro op straat liggen. Hij wil het oppakken, maar oma zegt: 'Alles wat op de grond ligt is vies.' Even later glijdt Jantjes oma uit over een bananenschil. Ze vraagt aan Jantje: 'Wil je me even overeind helpen?' Zegt Jantje: 'Nee, want alles wat op de grond ligt is vies!'

Cement

Twee cementzakken lopen over straat. Zegt de ene tegen de andere: 'Het gaat zo hard regenen.' Zegt de andere: 'Maakt niet uit. Daar word je hard van!'

Zwemmen

Een giraf en een muis gaan zwemmen. Ze komen bij het meer en de giraf plonst direct het water in. ‘Is het diep?’ vraagt de muis. ‘Nee, helemaal niet’, antwoordt de giraf. 'Ik kan met mijn voeten bij de grond, dus spring er maar in!'

Broemm Broemm

Jantje zit in de klas en hij zegt: 'Broemm broemm!' Zegt de juf: 'Jantje, wil je ophouden alsjeblieft?' Een paar minuten later zegt Jantje: 'Broemm broemm!' Zegt de juf: 'Nog één keer en dan mag je in de hoek!' Nog een paar minuten later zegt Jantje: 'Broemm broemm!' Zegt de juf kwaad: 'Nu moet je in de hoek, afgelopen!' Zegt Jantje: 'Sorry juf, mijn benzine is op!'

Oerwoud

Een man komt in het oerwoud een leeuw tegen. Hij schrikt zich rot en rent gillend weg. De leeuw rent achter de man aan en de man gaat nog harder rennen en gillen. De leeuw komt heel dicht bij de man en raakt hem aan. De leeuw zegt tegen de man: 'Tikkie, jij bent 'm!'

Parkieten

Er zitten twee parkieten in een kooi. Zegt de ene parkiet tegen de andere: 'Zielig hè, al die mensen achter de tralies!'

Hoi! Haai!

Een visje komt een zeepaardje tegen in de zee. Het visje zegt: 'Hoi!' Het zeepaardje zegt terug: 'Haai!' Het visje kijkt verschrikt om zich heen en roept geschrokken: 'Waar?'

Ontsnappen

Twee dieven zitten in de gevangenis. Op een dag zien ze de sleutel van de poort liggen. Ze maken de poort open zodat ze kunnen ontsnappen. Daarna moeten ze over honderd muren klimmen. Bij de 99ste muur zegt de ene dief tegen de andere: 'Ik kan niet meer! Zullen we teruggaan?' 

Puffen in de woestijn

Een muis en een olifant lopen door de woestijn. Zegt de olifant: 'Poeh, wat is het heet hier!' Zegt de muis: 'Je mag wel in mijn schaduw lopen, hoor!' 

Jongen of meisje

Er liggen twee baby's naast elkaar in het ziekenhuis. Vraagt de ene baby aan de andere: 'Ben jij een jongen of een meisje?' 'Een jongen!' antwoordt de andere baby. 'Hoe weet je dat?' De jongen kijkt onder de dekens en steekt zijn voeten onder de dekens uit. 'Kijk, blauwe sokjes!'

Verschil

Jantje tegen Keesje: ‘Weet jij het verschil tussen een koe en een brievenbus?’ Keesje: ‘Eh… nee.’ Jantje: ‘Dan kun je beter geen postbode worden!’

Wat een goeie!

Jantje zit in de klas en opeens begint hij keihard te lachen. De juf vraagt: ‘Waarom lach je zo hard?' Dan zegt Jantje: ‘Ik zat moppen aan mijzelf te vertellen en de laatste kende ik nog niet!’

Boeken lezen

Drie mannen zitten in een café. Zegt de eerste man: 'Mijn vrouw heeft een tweeling gekregen nadat ze het boek De twee zusters had gelezen.' Zegt de tweede man: 'Dat is ook toevallig, mijn vrouw heeft een drieling gekregen nadat ze het boek De drie musketiers had gelezen!' De derde man springt op en wil naar de deur rennen. De eerste man roept: 'Waarom ren je weg?' Zegt de derde man: 'Mijn vrouw is van plan het boek De 101 dalmatiërs te lezen!'

Monopoly

Piet en Kees spelen Monopoly. Dan zegt Piet: 'Ik ben de bank!' Vervolgens zegt Kees: 'Oké, ik ben de stoel.'   ðŸ˜‚

Fluiten in de nacht

Jantje gaat bij oma en opa logeren. Jantje zegt: 'Oma, ik moet piesen.' Oma zegt: 'Bah wat een vies woord, zeg maar fluiten.' Even later gaan ze slapen. Jantje krijgt een nachtmerrie en mag bij oma en opa in bed slapen. Jantje zegt: 'Opa, ik moet fluiten.' Opa zegt: 'Jantje, je kunt toch niet zomaar midden in de nacht fluiten.' Jantje zegt: 'Maar ik moet echt!' Opa zegt: 'Ach, doe het dan maar heel zachtjes in mijn oor.' 

Hoog gooien

Rick en Jantje spelen het bordspelletje ganzenbord. Als ze gaan beginnen met het spel gooit Jantje de dobbelsteen tegen het plafond aan. Rick vraagt aan Jantje: ‘Waarom doe je dat?’ Jantje zegt: ‘Wie het hoogste gooit mag beginnen.’

Slakkengang

Twee slakken staan op de stoep. De ene slak zegt tegen de andere: ‘Kom, we steken over.’ Zegt de andere slak: ‘Nee, niet doen! Volgende week komt er een bus voorbij!’ 

Slak

Jantje vraagt aan zijn vader: 'Mag ik wat zeggen?' 'Nee', zegt zijn vader. 'Ik praat nu met je moeder.' Even later zegt Jantjes vader: 'Nu mag je wel wat zeggen.' Jantje: 'Laat maar, je hebt de slak in de sla toch al opgegeten!'

In het restaurant

Klant: ‘Ober, dit hoofdgerecht is niet te eten!’ Ober: ‘Waarom heeft u het dan besteld, meneer?’

Hoe laat is het?

Marco zegt tegen Kim: ‘Wist jij dat ik zonder wekker of horloge weet hoe laat het is?’ ‘Wat knap, hoe dan?’ vraagt Kim. ‘Nou,’ zegt Marco, ‘als ik 's nachts op mijn balkon sta en trompet speel, roept mijn buurman: “Hé mafketel, het is vier uur ’s nachts!”

Zwemwater

Twee oenen zitten in het zwembad. Zegt de ene oen tegen de andere: ‘Het is hier echt koud.’ Na een half uur zwemmen zegt de oen: ‘Ah, het begint weer warm te worden.’ Zegt de andere oen: ‘Ja, omdat ik erin heb geplast!’

Knappe apen

Een aap komt een café binnen en maakt een salto. Zegt de barman: 'Waar heb je dat geleerd?' Zegt de aap: 'In het circus!' Er komt nog een aap binnen en die maakt ook een salto. Zegt de barman weer: 'Waar heb je dat geleerd?' Zegt de aap: 'In het circus!' Dan komt er nog een aap binnen en die maakt een driedubbele salto met schroef. De barman zegt: 'Laat me raden, dat heb je zeker ook in het circus geleerd?' Zegt de aap: 'Nee, ik struikelde over de deurmat!'

Taxi of bus

Een man heeft twee keuzes: of hij neemt een taxi of hij neemt de bus. Als hij de taxi neemt, is er niks aan de hand. Als hij de bus neemt, heeft hij twee keuzes: of hij gaat naast een man zitten of hij gaat naast een vrouw zitten. Als hij naast een man gaat zitten, is er niks aan de hand. Als hij naast een vrouw gaat zitten, heeft hij twee keuzes: of hij wordt verliefd of hij wordt niet verliefd. Als hij niet verliefd wordt, is er niks aan de hand. Als hij wel verliefd wordt, heeft hij twee keuzes: of hij wil een kind of hij wil geen kind. Als hij geen kind wil, is er niks aan de hand. Als hij wel een kind wil, heeft hij twee keuzes: of het kind gaat naar school of het kind gaat niet naar school. Als het kind niet naar school gaat, is er niks aan de hand. Als het kind wel naar school gaat, heeft hij twee keuzes: of hij haalt goede cijfers of hij haalt slechte cijfers. Als hij goede cijfers haalt, is er niks aan de hand. Als hij slechte cijfers haalt, heeft hij twee keuzes: of hij moet gaan schoonmaken of hij moet het leger in. Als hij gaat schoonmaken, is er niks aan de hand. Als hij het leger in moet, heeft hij twee keuzes: of hij sneuvelt wel of hij sneuvelt niet. Als hij niet sneuvelt, is er niks aan de hand. Als hij wel sneuvelt, weet de man dat hij beter de taxi had kunnen nemen.

Windje

Twee oenen liggen op het strand. De ene oen zegt: 'Lekker windje, hè.' Dan zegt de andere oen: 'Zal ik er nog een laten?'

Worteltjestaart

Er komt een konijn bij de bakker en vraagt: ‘Heeft u ook worteltjestaart?’ ‘Nee’, antwoordt de bakker. Een dag later komt er weer een konijntje en vraagt: ‘Heeft u ook worteltjestaart?’ Weer zegt de bakker nee. Een dag later komt er weer een konijntje en vraagt ook naar worteltjestaart. En weer moet de bakker het konijn teleurstellen. Dan denkt de bakker bij zichzelf: ‘Weet je wat? Ik ga een worteltjestaart bakken!’ Zo gezegd, zo gedaan. De volgende dag staat hij te popelen in zijn winkel. En ja hoor, daar komt een konijntje binnen. Hij vraagt: ‘Heeft u ook worteltjestaart?’ Vol trots antwoordt de bakker: ‘Ja!’ ‘Vies hè?’ zegt het konijntje.

Onleesbaar bord

Jantje zit helemaal achter in de klas en zegt tegen de meester: 'Meester, ik kan het bord niet lezen.' Meester: 'Ruil dan met degene voor je van plek.' Even later zegt Jantje: 'Meester, ik kan het bord nog steeds niet zien!' Meester: 'Ruil dan maar weer met degene voor je.' Even later zegt Jantje weer: 'Meester, ik kan het bord nog steeds niet lezen!' Meester: 'Hoe kan dat nou? Je zit helemaal vooraan.' Jantje: 'Nou meester, u staat ervoor!'

Afspraakje

Een mier en een duizendpoot hebben een afspraak bij een restaurant. De duizendpoot komt een uur te laat. ‘Waarom ben je zo laat?’ vraagt de mier. ‘Sorry, maar buiten stond een bord "verplicht voeten te vegen" dus vandaar!'

Onderbroekenlol

Er liggen twee onderbroeken naast elkaar in de wasmand. Zegt de ene onderbroek tegen de andere: ‘Wat ben je bruin, ben je soms op vakantie geweest?’

Oceaan

Jantje zit in de klas en de juf vraagt: 'Wat is de grootste oceaan?' Jantje zegt: 'Weet ik niet, maar mag ik naar de wc?' De juf zegt: 'Nee, eerst wil ik een antwoord op mijn vraag.' Een paar minuten later vraagt de juf het nog keer en Jantje weet het nog steeds niet. Een paar minuten later vraagt de juf weer hetzelfde en Jantje zegt: 'Onder mijn stoel, juf!'

Enge geluiden

Jantje gaat naar bed. Opeens hoort hij: ‘Als ik je heb, eet ik je op!’ Jantje denkt dat hij het zich verbeeld heeft. Maar even later hoort hij het weer. Jantje wordt bang en gaat naar zijn moeder. Hij zegt: ‘Ik hoor enge geluiden!’ Zijn moeder komt mee naar boven. Ze horen het steeds dichterbij: ‘Als ik je heb, eet ik je op, als ik je heb, eet ik je op!’ Opeens zien ze een kabouter staan die in zijn neus peutert en zegt: ‘Als ik je heb, eet ik je op!’

Kaarten

Een eekhoorn, een haas en een schildpad zitten in een café. Ze vervelen zich te pletter. Op een gegeven moment zegt de schildpad: ‘Zal ik mijn kaarten thuis gaan halen?’ De eekhoorn en de haas vinden het een goed idee, dan hebben ze wat te doen. De schildpad gaat op weg. Maar drie uur later is hij nog niet terug. Na vijf uur wachten zegt de eekhoorn tegen de haas: ‘Zullen we maar wat anders gaan doen?’ Dan horen ze een boze stem bij de deur die zegt: ‘Als jullie dat doen, ga ik mijn kaarten niet halen!’

Lampen

Jantien en Henk testen de lichten van de auto. Jantien: ‘Doen de koplampen het goed?’ Henk: ‘Ja, die branden.’ Jantien: ‘En de achterlichten?’ Henk: ‘Ja hoor, die branden ook!’ Jantien: ‘En de richtingaanwijzer?’ Henk: ‘Jawel, oh nee, ja toch, wacht ze doen het wel, oh nee toch niet...’

Ruzie

Een baas wordt boos op zijn bediende. 'Geef de klant altijd gelijk', zegt hij. 'Ja, baas', antwoordt de bediende. Dan vraagt de baas: 'Trouwens, waar hadden jullie ruzie over?' Zegt de bediende: 'De klant zei dat hij jou een oen vindt!'

Gedonder

Carl komt het café in en zegt tegen de barman: ‘Geef me een colaatje, voordat het gedonder begint.’ Hij krijgt zijn colaatje en zegt weer: ‘Geef me nog een cola, voordat het gedonder begint.’ Dit gaat nog vijf minuten zo door. Totdat de barman zegt: ‘Zeg Carl, zou je niet eens betalen?’ Carl: ‘Zie je wel, het gedonder begint al!’ een tekst te typen.

Aan de telefoon

Mark zit met een paar mannen in de kleedkamer van de golfclub. Een mobiele telefoon gaat af en Mark neemt op. Iedereen in de kleedkamer luistert mee naar het volgende gesprek. Vrouw: ‘Schat, ik ben het. Ben je nog op de club?’ Mark: ‘Ja, ik was me net aan het omkleden. Wat ben jij aan het doen?’ Vrouw: ‘Ik ben aan het winkelen en ik heb een onwijs mooi jasje gezien. Het kost maar tweeduizend euro, mag ik het kopen?’ Mark: ‘Natuurlijk, als je het jasje mooi vindt, moet je het kopen.’ Vrouw: ‘Ik heb ook een mooie nieuwe auto gezien. Hij kost honderdduizend euro, mag ik hem kopen?’ Mark: ‘Natuurlijk, als je de auto mooi vindt, moet je hem kopen.’ Vrouw: ‘Geweldig! Trouwens, ik zag onderweg ook een heel mooi huis dat te koop staat voor maar tien miljoen euro. Ik weet dat we dan bijna geen geld meer hebben, maar zullen we het kopen?’ Mark: ‘Goed, als jij het huis mooi vindt, dan gaan we het kopen.’ Vrouw: ‘Oké, ik ga het meteen regelen. Ik zie je later vanavond!’ Mark: ‘Doei, schat!’ Mark hangt op. Het wordt helemaal stil in de kleedkamer. De andere mannen kunnen niet geloven dat Mark het goed vindt dat zijn vrouw al het geld uitgeeft. Vol verbazing kijken ze naar hem. Dan zegt Mark: ‘Weet iemand van wie deze mobiele telefoon is?’

Pudding en Gisteren

Pudding en Gisteren zijn stoute jongens. Op een dag moeten ze voor straf naar de zolder. Opeens moeten ze poepen, maar er is geen wc.  Ze besluiten uit het raam te poepen. Per ongeluk poepen ze op het hoofd van een meneer. De meneer belt aan en zegt boos: 'Volgens mij hebben uw kinderen op mijn hoofd gepoept!' De moeder van Pudding en Gisteren zegt: 'Was het Gisteren?’ ‘Nee,’ zegt de meneer, ‘het was vandaag!' De moeder vraagt: ‘Was het Pudding?’ De meneer wordt boos en roept: 'Nee, het was poep!' ‘Nou,’ zegt de moeder, ‘dan zijn het mijn kinderen niet geweest!'

Slecht rapport

Jantje krijgt op school zijn rapport. Hij heeft allemaal enen. Als hij naar huis loopt, gooit hij het rapport in de vijver. Als hij thuiskomt vraagt zijn moeder: 'Waar is je rapport, Jantje?' Jantje begint te zingen: 'Alle eendjes zwemmen in het water!'

Flappie

Anne heeft voor haar verjaardag een konijn gekregen en ze speelt ermee in de tuin. Dan komt haar juf langs en zegt: ‘Lief konijn, zeg. Waar slaapt ze?’ Anne: ‘Bij mijn ouders op de slaapkamer.’ De juf zegt verbaasd: ‘Stinkt dat dan niet?’ Anne: ‘Ja, da's waar. Daar moet Flappie dan maar even aan wennen.’

Voetbal

Zeger gaat naar de voetbaltraining, maar na een kwartier komt hij alweer terug. Zijn moeder vraagt: ‘Waarom ben je nu alweer terug?’ Zegt Zeger: ‘Ik ben mijn telefoon vergeten’. ‘Daar hoef je toch niet voor terug te komen’, zegt zijn moeder. ‘Had even gebeld, dan was ik hem komen brengen!’

Koekjes of Cavia?

Na een lange dag zweten is een tapijtlegger eindelijk klaar met zijn werk. Hij wil even een koekje eten, maar hij kan de rol niet meer vinden. Onder het tapijt ziet hij een bobbel zitten. Hij heeft geen zin om de koekjes er onderuit te halen, dus hij stampt de bobbel plat. Dan komt de vrouw thuis en zegt tegen de man: 'Hier zijn uw koekjes en heeft u mijn cavia misschien gezien?'

Straf

Bart: ‘Meester, kun je straf krijgen voor iets wat je niet gedaan hebt?’ Meester: ‘Natuurlijk niet. Waarom vraag je dat?’ Bart: ‘Ik heb mijn huiswerk niet gemaakt!’

Bananen

Twee bananen liggen in bed. Zegt de ene banaan tegen de andere: 'Ga eens recht liggen!'

Straaljager

Twee kraaien zitten op een tak.
Dan vliegt er ineens een straaljager
over. Zegt de ene kraai: “die gaat
hard!” Zegt de ander: “Nou, ik zou
jou wel eens willen zien vliegen als
je staart in brand staat!”

Snor

“Papa, er is een man met een snor aan de deur!”
“Zeg maar dat ik er al een heb!”

Voor de inbrekers

“Waarom laten jullie de hele nacht licht in huis branden?”
“Dat is voor de inbrekers”
“Dat snap ik niet, die hebben toch al een zaklantaarn?”

Cowboy

Er ging een cowboy naar de kapper. Toen hij klaar was, verliet hij de kapsalon.
Wat denk je? Pony weg!

Rapport

Jantjes vader bekijkt het rapport van
zijn zoon. Vader: “Ik mis de tien.”
Jantje: “Welke tien?” Vader: “De tien
voor de moed om dit rapport aan
mij te laten zien!”

Geweer

“Tante Miep, mag ik uw geweer eens zien?”, vraagt Lotte. “Maar meisje,” zegt tante, “ik heb helemaal geen geweer.” Lotte: “Vreemd, mama zegt dat u altijd op mannenjacht bent.”

Een druk kruispunt

Er staat een politieman op een druk kruispunt.

Komt er een man aanlopen die vraagt: “Wat is de kortste weg naar het ziekenhuis?”
Zegt de politieman: “Gewoon blijven staan, meneer”.

Op school

Een jongetje komt op school en zegt tegen zijn meester: “Ik heeft gisteren bij mama geslapen.”

“Nee”, zegt de meester, “Ik HEB gisteren bij mama geslapen.”

Waarop het ventje antwoordt: “Ik heeft u niet gezien.”

Toppunt van onaardig zijn

Wat is het toppunt van onaardig zijn?
Iemand met een bril veel sterkte wensen.

Goede grap

Jantje vraagt aan zijn moeder: ‘Mag ik een peer mee naar school?’ ‘Nee Jantje, dan komen er deuken in.' zegt zijn moeder. Zegt Jantje: ‘Oh, dan moet je zeker ook geen goede grappen maken in de buurt van een peer.’ ‘Waarom niet?’ vraagt zijn moeder. Antwoordt Jantje: ‘Anders liggen ze in een deuk!’

Zingen

Anneke zingt een lied. "Maria, hoe vind je dat ik zing?" Maria: "Jammer dat je niet voor de tv optreedt." Anneke, geroerd: "Vind je me zó goed?" Maria: "Nee, dat niet, maar dan zou ik het toestel uit kunnen zetten."